De Kvarner baai kenmerkt zich door zijn diversiteit, het subtropische klimaat, de grote verscheidenheid aan vegetatie, de interessante architectuur en de internationale cultuur geven deze omgeving een bijzonder karakter.
Al meer dan 160 jaar wordt dit gedeelte van de Adriatische kust door toeristen bezocht. De combinatie van de mooie kust, de verschillende eilanden en bergen die direct vanuit zee de hoogte in gaan, in de winter kan op de Ucka zelfs geskied worden, en dit alles op een relatief klein gebied, is een bezoek waard.
GeschiedenisDe eerste bewoners van de regio rondom de Kvarner baai, waren de voor-Romeinse Liburniërs, die er een handelsnetwerk opzetten. Daarna breidden oud-Griekse zeevaarders en de Romeinen hun invloed in de regio uit. Dat is vandaag de dag nog goed terug te zien aan de talloze culturele en historische monumenten. De rol van de Kroaten wordt bevestigd door de Tafel van Baška, een van de belangrijkste monumenten van vroege Kroatische geletterdheid, ontstaan rond het jaar 1100. Het werd midden 19e eeuw gevonden in de St. Luciakerk in Jurandvor bij Baška op het eiland Krk. Het schrift is het oude glagoljica-schrift.
Eerste toerismeTijdens de Habsurger tijd verbleven in de Kvarner regio 's zomers en 's winters de leden van Habsurger dynastie. Daardoor ontwikkelden er zich exclusieve toeristische locaties, zoals Opatija, dat in 1844 al haar eerste zomerresidentie kreeg: Villa Angiolina. Ook hotel Kvarner werd, als eerste aan de oostelijke Adria, geopend in maart 1884. Al in 1885 ontving Mali Lošinj haar eerste toerist. Dat was de bekende Oostenrijkse arts dr. Conrad Clar, die zijn zieke zoon had meegenomen. Het kind werd gezond en daarmee begon de reputatie van Lošinj als klimatologisch kuuroord. Terwijl keizer Franz-Josef verliefd was op Opatija, zette zijn broer Josef zich in voor Crikvenica, dat in 1888 haar eerste badinrichting kreeg en kort daarna ook een hotel.